Over de kennisbank

Hier vindt u meer informatie over de kennisbank.

Algemene informatie

Doel kennisbank

De stedelijke biodiversiteit staat onder druk. Om het tij te keren wordt het steeds belangrijker om het natuurinclusief bouwen te standaardiseren. Het gaat daarbij om het realiseren van faunavoorzieningen in bestaande en nieuwe woningen (verblijfplaatsen) en de aanleg van groen in de omgeving (leefgebied). Dit kan niet zonder ecologische en praktische kennis. Hier speelt de kennisbank op in. Het doel van de kennisbank is het delen van actuele informatie over natuurinclusieve maatregelen (mitigatie) voor gebouwbewonende soorten. Om deze kennis te ontsluiten is gekozen voor de opzet van een catalogus met ontwerprichtlijnen voor ecologische maatregelen (bouwstenen). Met verwijzing naar deze catalogus kunnen natuurinclusieve bouwplannen nu nog eenvoudiger gerealiseerd worden. Het uitgangspunt is dat de mitigatie voldoet aan de ecologische en daarmee juridische eisen. Omdat de inzichten nog steeds veranderen is de catalogus een ‘levend document’ met eigen versiebeheer.

De informatie is afkomstig van de mitigatiecatalogus die door Arcadis ontwikkeld is, aangevuld met kennis van Unitura uit de praktijk. Dit boekwerk is ontwikkeld voor soortmanagementplannen (SMP’s) en bijbehorende ontheffingen voor de Wet natuurbescherming. Op verzoek van ecologen, bouwbedrijven en bevoegde gezagen is de catalogus verbreed voor landelijke toepasbaarheid. Met de lancering van de NKNB-website is de catalogus nu ook digitaal ontsloten. Alle relevante kennis en ervaringen worden daarbij openbaar gemaakt.

In de nabij toekomst wordt gezocht naar samenwerkingspartners die mee willen werken om de catalogus te ontwikkelen en te ontsluiten tot een landelijke standaard.

De diersoorten

Deze website geeft een overzicht van de volgende gebouwbewonende diersoorten:

  • Gewone dwergvleermuis
  • Gewone grootoorvleermuis
  • Laatvlieger
  • Huismus
  • Gierzwaluw
  • Huiszwaluw
  • Spreeuw
  • Kerkuil
  • Steenuil
  • Zwarte roodstaart
  • Steenmarter

De specifieke soorteisen zijn te vinden bij Diersoorten. Het plan is de NKNB in de toekomst uit te breiden met andere beschermde diersoorten, met hulp van andere organisaties.

Gehanteerde informatiebronnen

De website Nationale Kennisbank Natuurinclusief Bouwen borduurt voort op de mitigatiecatalogussen die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld door Arcadis.

Er is gebruik gemaakt van voorbeelden van natuurinclusief bouwen vanuit advieswerk van Arcadis, veelal gekoppeld aan ontheffingen vanuit Flora- en faunawet (voor 2017) en Wet natuurbescherming (vanaf 2017). De informatie met betrekking tot het gebruik van voorzieningen door doelsoorten is nog vrij erratisch en in opbouw, aangezien monitoring vrijwel nooit wordt vereist. In 2017 heeft Arcadis als eerste stap onderzoek verricht naar de bezettingsgraad van diverse nieuwe huismusverblijven binnen projecten die gerealiseerd zijn door enkele woningcorporaties (Arcadis, 2017).

Daarnaast zijn er diverse bronnen geraadpleegd, zoals kennisdocumenten, soortenstandaarden, diverse (wetenschappelijke) artikelen, landelijke catalogussen, literatuur uit naburige landen, websites van diverse soortenorganisaties etc. Klik hier voor een overzicht van geraadpleegde literatuur.

Geraadpleegde deskundigen

De volgende deskundigen hebben input geleverd:

  • Herman Limpens (Zoogdiervereniging)
  • John Mulder (Gemeente Apeldoorn)
  • Martin van de Reep (Haagse Vogelbescherming)
  • Jan Beekman (Arcadis, nu werkzaam bij Groninger Landschap)
  • Herman Bouwman (Arcadis)
  • Martijn Stevens (Arcadis)
  • Tim Leerschool (Arcadis)
  • Max Klasberg (Arcadis)
  • Rick Wortelboer (Arcadis)

Tevens is input geleverd vanuit de Provincie Gelderland, diverse andere provincies, de gemeente Apeldoorn, woningcorporaties in Apeldoorn, Vivara Pro en Unitura.

Overige informatie

Wetenschappelijke studies naar soorteisen en functionaliteit van mitigerende (natuurinclusieve) maatregelen zijn heel schaars. Een van de oorzaken is dat veel onderzoeksrapporten vertrouwelijk zijn en/of niet ter beschikking worden gesteld. Deze NKNB website vormt de aanleiding om deze informatie in de toekomst wel te delen, zodat de soortbescherming effectiever kan worden. Om dit te bevorderen is de catalogus in de vorm van de website NKNB dan ook volledig openbaar gemaakt.

Uitgangspunten mitigatie

De volgende uitgangspunten met betrekking tot mitigatie (natuurinclusief versterken) gelden:

  • Alle gebouwen die gerenoveerd of verduurzaamd worden met maatregelen die van invloed kunnen zijn op verblijfsplaatsen van beschermde soorten, worden natuurinclusief opgeleverd voor zo ver dat technisch (dus niet planning technisch) mogelijk is. Dit geldt ongeacht de aard en omvang van de ingreep en of beschermde soorten daadwerkelijk voorkomen.
  • Daar waar mogelijk worden mitigatiemaatregelen volledig (natuurinclusief) geïncorporeerd bij het verduurzamen of renoveren. Indien dit niet mogelijk is en de taakstelling (zie verder) daarmee niet wordt gehaald, wordt besloten tot het aanbrengen van goed functionerende inbouwvoorzieningen.
  • Bij natuurinclusief ontwerp wordt ervoor gezorgd dat aangrenzende gebouwdelen – waar geen maatregelen worden getroffen, maar wel verblijfmogelijkheden zijn – toegankelijk worden en/of blijven voor broedvogels en vleermuizen. Het specifiek behouden of sparen van verblijffuncties – door ter plekke geen maatregelen uit te voeren – wordt meegeteld in de mitigatietaakstelling.
  • Voor gebouwen met vastgestelde kolonies van gierzwaluw, huismus en/of vleermuis (kraamkolonie/massawinterverblijf) of bijzondere soorten (meervleermuis, watervleermuis, tweekleurige vleermuis, kerkuil en boerenzwaluw) is een maatwerkoplossing nodig waarbij de huidige functionaliteit in het betreffende gebouw behouden wordt.

Indeling en selectie van maatregelen

Voor de indeling en selectie van de maatregelen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Bewezen maatregelen en/of maatregelen die zouden moeten werken.
  • Duurzaam en natuurinclusieve maatregelen.
  • Voldoende informatie is beschikbaar voor een concrete beschrijving.
  • Geschikt voor relevante gebouwbewonende (doel)soorten.
  • Realistische maatregelen (maakbaar en niet te kostbaar).

Bij deze indeling is onderscheid gemaakt tussen onderdelen van de bebouwing (bijv. gevel, dak, zolder/kelder/schuur) en de omgeving. Dit onderscheid maakt het makkelijk om bij het plan (ingreep) van de initiatiefnemer aan te haken en de mogelijkheden die dit biedt. Het is vervolgens aan de ecoloog om de meest geschikte maatregelen te kiezen.

Er zijn – zoals gezegd – alleen duurzame maatregelen meegenomen. Voor tijdelijke faunavoorzieningen – ter overbrugging van de periode tot de realisatie van natuurinclusieve maatregelen – wordt verwezen naar de gangbare huismus-, gierzwaluw- en vleermuiskasten die op de gevel kunnen worden gemonteerd.

Veel van de maatregelen zijn nu al gangbaar en worden gebruikt door ecologische adviesbureaus. Enkele maatregelen die ter discussie staan, zijn toch opgenomen in de kennisbank, omdat meer onderzoek nodig is (gierzwaluwpannen) of aanpassing mogelijk is (vogelvide). Het doel is om deze maatregelen in de toekomst zodanig door te ontwikkelen en/of de richtlijnen in de catalogus zodanig aan te passen dat ze in de toekomst kunnen worden voorgeschreven.

Wijze bepalen effectiviteit maatregelen

Bij de maatregelen wordt onderscheid gemaakt tussen functionaliteit en status.

Per maatregel wordt de (verwachte) functionaliteit voor een betreffende soort en/of bepaalde ecologische functie weergegeven. Daarnaast wordt bij de status aangegeven of de effectiviteit van een maatregel bewezen, met andere woorden, wordt deze maatregel al gebruikt. Om in een oogopslag duidelijk te laten zien dat de maatregel voor de betreffende soort (en verblijffunctie) voldoende bewezen en functioneel is, worden voor status en functionaliteit de volgende categorieën gebruikt:

Status maatregel

De status van de maatregel gaat over de vraag of de betreffende soort de voorziening als verblijfplaats gebruikt. Hierin zijn de volgende categorieën in te onderscheiden:
Wetenschappelijk bewezen: Uit onderzoek blijkt dat de betreffende voorziening structureel als verblijfplaats wordt gebruikt door de aangegeven soort.
Anekdotisch bewezen: Een ter zake kundige ecoloog heeft vastgesteld dat de betreffende soort deze voorziening daadwerkelijk gebruikt. Het gaat daarbij om zichtwaarneming (in/uitvliegende dieren), nestmateriaal en/of uitwerpselen op basis van literatuurbron, fotomateriaal en/of mondelinge mededeling.
Onbekend: Gebruik van deze voorziening door betreffende soort (nog) niet bewezen (dus niet wetenschappelijk/anekdotisch bewezen) of is onbekend.

Functionaliteit maatregel

Met functionaliteit wordt aangegeven of maatregelen succesvol voor een bepaalde functie worden benuttigd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beoordeling op basis van onderzoek en beoordeling op basis van bekende eisen. Voor onderbouwing wordt de volgende indeling gebruikt:
• Op basis van onderzoek.
• Op basis van expert judgement, soorteisen en conventies.

Voor de functionaliteit voor de soort en eventueel type gebruik worden de volgende termen gehanteerd:
• Zeer effectief (++)
• Effectief (+)
• Matig effectief (+/-)
• Niet effectief (-)

Op basis van de uitkomsten van toekomstige monitoring van maatregelen, kunnen en zullen maatregelen die nu hooguit anekdotisch bewezen, ook wetenschappelijk bewezen worden. Voor nuanceringen en nadere informatie wordt verwezen naar de genoemde en gehanteerde literatuurbronnen.

 

Steun voor kennisbank

Ons ideaal is om de catalogus te ontwikkelen tot een gedragen landelijke standaard voor natuurinclusief bouwen. Onderstaande partijen ondersteunen dit initiatief. Om deze standaard te kunnen ontwikkelen streven we naar een bredere samenwerking van partijen en partners. Heeft u interesse, neem dan contact met ons op.

  • Sovon
  • Provincie Groningen
  • Nationaal Coördinator Groningen
  • BAM wonen
  • Arcadis (initiatiefnemer)
  • Unitura (initiatiefnemer)

Leidraad gebruik kennisbank

Rol van de ecoloog

De website NKNB vervangt nadrukkelijk niet de ecoloog. Uitgangspunt voor het gebruik van deze website is dat de keuze, het ontwerp en de uitvoering van de mitigerende maatregelen worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige (ecoloog) op het gebied van mitigatie en compensatie van gebouwbewonende diersoorten.

De ecoloog bepaalt in alle gevallen welke maatregelen noodzakelijk zijn. De ontwerper verwerkt deze maatregelen in zijn ontwerp. De ontwerpen worden vervolgens beoordeeld door de ecoloog. Deze website kan de ecoloog helpen met het makkelijker maken van het opzoeken van geschikte mitigatie maatregelen. Daarnaast geeft het veel informatie over de soorten en de specifieke kwetsbare periodes. Deze informatie kan mede gebruikt worden voor het plannen van werkzaamheden.

Keuze van de maatregelen

Een keuze van een bepaalde maatregel is afhankelijk van meerdere factoren zoals diersoorten, constructie, werkzaamheden, type verblijfplaats etc. Om deze reden moet de keuze voor een specifieke maatregel altijd genomen worden door een ecoloog. De ecoloog dient een onderbouwing te geven voor de maatregel op deze punten. Daarnaast moet de ecoloog ervoor waarborgen dat een maatregel echt natuurinclusief is.

Voor de keuze van mitigerende maatregelen gelden de volgende uitgangspunten:

  • Maatregel moet aansluiten bij het type gebouw (grondgebonden, appartementen, flats, bijzondere gebouwen).
  • Maatregel sluit aan bij betreffende doelsoort(en).
  • Maatregel sluit bij voorkeur aan bij het plan (nieuwbouw, renovatie of verduurzaming).
  • Maatregel wordt in de constructie gerealiseerd, zie hieronder voor nadere toelichting.
  • Maatregel wordt aangeboden op dezelfde plaats als waar in de huidige situatie (potentiële) verblijfplaatsen aanwezig zijn.
  • Daar waar mogelijk, moet de bestaande situatie zo goed als mogelijk worden teruggebracht (behoud) of worden verbeterd.
  • Als een maatregel nog niet bewezen of goedgekeurd is, moeten er combinaties van maatregelen in een project worden toegepast.
  • Omdat het bewijs van functionaliteit in veel gevallen nog ontbreekt, geldt de stelregel om altijd een verscheidenheid aan maatregelen tussen verschillende projecten toe te passen zodat voorkomen wordt dat één enkele maatregel die veelvuldig wordt toegepast in een later stadium ongeschikt blijkt te zijn.
  • Voor bijzondere situaties (zeldzame soorten en/of bijzondere verblijffuncties) is altijd maatwerk nodig  en geldt onderhavige catalogus alleen als leidraad.

Bij het nemen van natuurinclusieve maatregelen in de constructie van gebouwen, ligt de voorkeur bij het behoud van bestaande verblijfplaatsen. Hiervan is de functionaliteit ook bewezen. Als tweede optie is er het realiseren van natuurinclusieve verblijfsruimten in de constructie van gebouwen, waarbij vrije ruimten benut worden. Indien dit ook niet mogelijk mogelijk is, dan kan worden gekozen tot inbouw- of opbouwmaatregelen. Hierbij hebben de prefabriceerde inbouwmaatregelen de voorkeur. Bij de opbouwmaatregelen gaat de voorkeur uit naar het gebruik van duurzame materialen. Echter zijn de opbouwmaterialen weinig duurzaam en zijn ze in sommige gevallen minder functioneel, hierdoor is er een grotere kans dat het bevoegd gezag deze maatregel afwijst. Zie onderstaand schema voor de afweging en keuzevorming van maatregelen.

Afwijkende bouwmaterialen

Bij de maatregelen wordt uitgegaan van standaard bouwmaterialen (stenen dakpannen, stenen muren, dampopen folies etc.). Indien niet de standaard bouwmaterialen gebruikt kunnen worden, zoals metalen dakplaten, dan is het afhankelijk van de situatie of een bepaalde verblijfplaats gerealiseerd kan worden. In zo’n geval is overleg met de begeleidend ecoloog van belang en ga daarbij ook alternatieve maatregelen uit deze mitigatiecatalogus na. Als stelregel geldt dat bij afwijkende bouwmaterialen – die dus niet genoemd worden in de catalogus – vroegtijdige afstemming vereist is tussen de ecoloog, projectontwikkelaars en architecten. Daarbij moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een bouwmateriaal niet toegepast kan worden.

Toelichting opbouw factsheets

Voor de overzichtelijkheid is gekozen voor een beschrijving per maatregel in de vorm van een factsheet. Onderstaande afbeelding geeft de algemene opzet van de factsheets voor verblijfplaatsen in gebouwen. De indeling zal grotendeels voor zich spreken.

  • Bij gebruiksadvies wordt onderscheid gemaakt in toepassen, onder voorwaarde toepassen (naar beoordeling van de betrokken ecoloog) en (vooralsnog) niet toepassen van de maatregel.
  • Bij functionaliteit geldt (++), voor zeer effectief, (+), voor effectief, (+/-) matig effectief (+/-) en (-) voor niet effectief.
  • Bij status wordt aangegeven of de voorziening werkt: wetenschappelijk bewezen, anekdotisch bewezen, niet bewezen of onbekend. Bij bronvermelding op de desbetreffende maatregel pagina staan de belangrijkste informatiebronnen vermeld. In geval van websites, zijn de links ook onderaan opgenomen op de literatuurlijst. 

Matrix met overzicht natuurinclusieve maatregelen en effectiviteit per soort

Hier staat een duidelijk overzicht van alle natuurinclusieve maatregelen, en effectiviteit per soort. De matrix kan gefilterd worden op diersoort, gebouwonderdeel, situatie, type maatregel en of de maatregel bewezen effectief is.

 

Overig

Begrippenlijst

Anekdotisch bewezen: Een ter zake kundige ecoloog heeft vastgesteld dat de betreffende soort deze voorziening daadwerkelijk gebruikt. Het gaat daarbij om zichtwaarneming (in/uitvliegende dieren), nestmateriaal en/of uitwerpselen. Dit bewijs dient geleverd te worden aan de hand van een literatuurbron, fotomateriaal of mondelinge mededeling.

Belangrijke functies: Kraam- en massawinterverblijfplaatsen van vleermuizen en kolonies van huismussen en gierzwaluwen; deze verblijfplaatsen hebben een belangrijke functie in het kader van de staat van instandhouding en vragen om een maatwerk mitigatie waarbij onderhavige catalogus als algemene leidraad kan worden gebruikt.

Bron: Geraadpleegde informatiebronnen (artikelen, literatuur en experts).

Beplanting: Aandachtspunten bij beplantingsplannen.

Doelsoorten: Soorten waarvoor de maatregel bedacht is.

Duurzaamheid: De verwachte levensduur van een maatregel (tijdelijk <5 jaar/ permanent > 5 jaar).

Ecoloog: Ter zake kundig ecoloog met aantoonbare kennis en ervaring met mitigatie van gebouwbewonende soorten. Hij/zij wordt ingezet per project en/of partij en is verantwoordelijk voor uitwerking van ecologisch werkprotocol per project (op basis van stappenplan), begeleiding uitvoering van projecten (natuurvriendelijk werken en natuurinclusief renoveren, verduurzamen en bouwen).

Ecologisch logboek: Het document waarin de ecoloog tijdens de begeleiding van de uitvoering van projecten de bevindingen en mondelinge aanwijzingen vastlegt ter verantwoording voor projectleider, aannemer en zo nodig bevoegd gezag.

Ecologisch werkprotocol: Concreet en formeel stappenplan voor natuurvriendelijk werken (onderhoud, renovatie en sloop) per project opgesteld door ecoloog voor de aannemer en projectleider indien beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn en negatieve effecten (overtredingen Wnb) zijn te verwachten.

Erratum: Document waarbij wijzigingen in toekomstige versies worden bijgehouden.

Factsheets: Uitwerking van de verschillende maatregelen in de maatregelcatalogus volgens een gestandaardiseerde opmaak.

Functionaliteit: De effectiviteit van een maatregel en daarmee kans op succes en in gebruik name (voor zover dit bekend is).

Gebouwbewonende soorten: diersoorten die het gehele jaar of een bepaalde periode in het jaar verblijven in gebouwen.

Gebruiksadvies: Advies of de maatregel toegepast kan worden of niet.

Invliegopening: Openingen die voor vleermuizen en vogels gebruikt wordt om de verblijfplaats te bereiken.

Kraamkolonie: Kolonie van vleermuizen waarin de jongen worden grootgebracht (zomerperiode).

Kostenindicatie: Indicatie van materiaalkosten (voor zover bekend). Hoewel ernaar gestreefd wordt om deze zo actueel en compleet mogelijk te houden, kunnen er geen rechten ontleend worden aan deze indicatie.

Massawinterverblijfplaats: Verblijfplaats waar grote groepen vleermuizen samen komen om te overwinteren bij vorst. Dergelijke verblijfplaatsen zijn doorgaans gebouwen met grote massa (flats, appartementencomplexen, kerken, grote kantoorpanden etc.).

Mitigatiecatalogus: Set van natuurinclusieve maatregelen die gehanteerd dienen te worden bij renovatie, verduurzaming en nieuwbouw van woningen rekening houdend met de mitigatietaak. Het betreft een levend document dat deel kan uitmaken van SMP’s, zoals in dit geval SMP Apeldoorn. Evaluatie en bijstelling vindt jaarlijks plaats op basis van monitoring en engineering in het kader van SMP’s en bijbehorende ontheffingen Wnb die landelijk worden getrokken door Arcadis in overleg met SOVON en Zoogdiervereniging.

Mitigerende maatregelen: Maatregelen die binnen het huidige leefgebied uitgevoerd worden om negatieve effecten op beschermde soorten te verzachten (mitigatie).

Natuurinclusieve maatregelen: Maatregelen voor flora en fauna die duurzaam en inpandig met de renovatie of bouw worden gerealiseerd.

NOM-woningen: Nul Op de Meter woningen.

Optimalisatie: Maatregelen waarbij zaken geoptimaliseerd kunnen worden.

Prefab: Vooraf gefabriceerde inbouwverblijfplaatsen (bijvoorbeeld inbouwkasten voor huismus, gierzwaluw en vleermuizen).

Maatvoering: De benodigde groottes van de te realiserende verblijfplaatsen.

Materiaal: Materiaaleisen die nodig zijn om een verblijfplaats succesvol te maken.

Nestplek: Plek waar vogels nest kunnen bouwen.

SMP: Soortmanagementplan (SMP) gericht op het behoud en zo mogelijk versterking van soortenpopulatie binnen een gebied gerelateerd aan ruimtelijke ingrepen (al of niet grootschalig) rekening houdend met de eisen vanuit Wet natuurbescherming. Op basis hiervan kan een gebiedsontheffing Wnb worden aangevraagd.

Verblijfplaats: In het kader van SMP gaat het om nesten van broedvogels en zomer-, kraam-, paar- en winterverblijven van vleermuizen.

Volgsoorten: Soorten welke naast de doelsoorten ook kunnen profiteren van de betreffende maatregel.

Voorzieningen: Nieuwe verblijfplaatsen (natuurinclusief) voor specifieke soorten en functies. De relevante voorzieningen waaruit gekozen kan worden, worden opgenomen in de kennisbank.

Wetenschappelijk bewezen: Uit onderzoek blijkt dat de betreffende voorziening structureel als verblijfplaats wordt gebruikt door de aangegeven soort. Daarbij wordt bij voorkeur ook inzicht gegeven in de bezettingsgraad, populatie-effect (voor en na mitigatie en controlegebied) en de betekenis van het groen in de directe omgeving. Hiervoor dient een schriftelijke bronvermelding te zijn.

Windrichting: De aan te raden windrichting.

Wnb: Wet natuurbescherming, in dit geval onderdeel soortenbescherming (voorheen Flora- en faunawet).

Literatuurlijst

Aghina, N., Roeke, T., & Sloots, I. (2023). Natuurinclusief ontwikkelen. Een praktische gids met stappenplan en Checklist. Synchroon, Nest Natuurinclusief en Vogelbescherming Nederland.

Åkesson, S., R. Klaassen, J. Holmgren, Fox, J.W., & Hedenström, A. (2012). Migration Routes and Strategies in a Highly Aerial Migrant, the Common Swift Apus apus, Revealed by Light-Level Geolocators. PLoS ONE 7(7): e41195. doi:10.1371/journal.pone.0041195

Alebeek, van, F. (2016). Insecten in de stad. Groen, Vakblad voor ruimte in de stad en landschap, Amersfoort.

Arcadis. (2018). SMP Gebouwbewonende soorten Den Haag. Gebiedsbescherming van gebouwbewonende fauna bij onderhoud, renovatie en sloop van woningen en gebouwen. Bijlage Mitigatiecatalogus (levend document). Arcadis Nederland B.V., Maastricht.

Arcadis. (2017/2018/2019). Mitigatiecatalogus Centrum Veilig Wonen (levend document). Arcadis Nederland BV, Assen/Maastricht.

Berhinussen, A., Richardson, O.C., Smith, R.K., Altringham, J.D., & Sutherland, W.J. (2018). Bat conservation. Pages 67-93 in W.J. Sutherland, L.V.

BIJ12. (2017). Kennisdocument Gewone dwergvleermuis, Pipistrellus pipistrellus. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-004-Kennisdocument-Gewone-dwergvleermuis-1.0.pdf

BIJ12. (2017). Kennisdocument Gewone grootoorvleermuis, Plecotus auritus. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-005-Kennisdocument-Gewone-grootoorvleermuis-1.0.pdf

BIJ12. (2023). Kennisdocument Gierzwaluw, Apus apus. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-006-Kennisdocument-Gierzwaluw-1.0.pdf

BIJ12. (2022). Kennisdocument Huismus, Passer domesticus. Geraadpleegd op 1 december 2022 van https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2022/06/Kennisdocument-Huismus-Versie-2.0-juni-2022.pdf

BIJ12. (2017). Kennisdocument Ruige dwergvleermuis, Pipistrellus nathussii. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-018-Kennisdocument-Ruige-dwergvleermuis-1.0.pdf

BIJ12. (2017). Kennisdocument Steenuil, Athene noctua. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-019-Kennisdocument-Steenuil-1.0.pdf

BIJ12. (2017). Kennisdocument Kerkuil. BIJ12. https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-011-Kennisdocument-Kerkuil-1.0.pdf

BIJ12. (z.d.). Spreeuw. BIJ12. https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-en-landschap/agrarisch-natuurbeheer-anlb/kennisbank/doelsoorten/spreeuw/

Blitterswijk, van, H., Jacobs, F., & Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M. (2009). Compenserende maatregelen in 2009 voor steenuilen in de Waalsprong bij Nijmegen; Overzicht van de compenserende en mitigerende maatregelen ter compensatie van het verdwijnen van nest- en foerageergelegenheid voor steenuil in de Waalsprong. (Alterra-rapport 1971). Alterra, Wageningen.

Bongers, F. (2010). Overwinterende vleermuizen op de Utrechtse Heuvelrug. VLEN-nieuwsbrief 62, 10-12

Bosch, F., (2017). Waarnemingen bij een kolonie laatvliegers (Eptesicus serotinus). VLEN-nieuwsbrief 78, 12-14

Boughey, K.L., Lake, I.R., Haysom, K.A., & Dolman, P.M. (2011). Effects of landscape-scale broadleaved woodland configuration and extent on roost location for six bat species across the UK. Biological Conservation, 144, 2300 – 2310.

Boughey, K.L., Lake, I.R., Haysom, K.A., & Dolman, P.M. (2012) Improving the biodiversity benefits of hedgerows: How physical characteristics and the proximity of foraging habitat affect the use of linear features by bats. Biological Conservation, 144, 1790-1798

Bouwens, S. (2017). Handreiking Kleine Marters in relatie tot soortbescherming. Provincie Noord Brabant,Den Bosch.

Bremer, van den, L., Harxen, V., & Stroeken, P. (2009). Terreingebruik en voedselkeus van broedende steenuilen in de Achterhoek. Sovon Vogelonderzoek, Nijmegen.

Bremer, van den, L., Turnhout, van, C., & Schekkerman, H. (2017). Voorstudie jaar van de Huiszwaluw 2018. SOVON – Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.

Bremer, van den, L., Schekkerman, H., Roodbergen, M., & Turnhout, van, C. (2014). Aantalsontwikkeling en nestplaatskeuze van Nederlandse Boerenzwaluwen. Limosa 87, 45-51.

Briehorn, M., & A. Roschen. (z.d.). Fledermausschutz an Gebäuden. NABU Naturschutzbund, Niedersachsen, Duitsland.

Buys, J. (2016). Gewone grootoorvleermuis.

Buys, J. (2017). Kerkzoldertellingen in Noord- en Midden-Limburg 1986-2016: een toename van grijze grootoorvleermuizen (Plecotus
austriacus)

Colombo, A. N. N. A. L. I. S. A., & Galeotti, P. A. O. L. O. (1993). Nest-hole selection as defence measure in breeding Swifts(Apus apus). Avocetta, 17(1), 1-6.

Damant, C.J.,  & Dickins, E.L. (2015). Breathable Roofing Membranes and Bats: retrospective and proactive measures to prevent death and injury.

Douma, T. (2015). ‘Grootste’ vleermuiswinterverblijf in Nijverdal verdriedubbelt aantal overwinterende dieren. VLEN-nieuwsbrief 74, 27-29

Dicks, L.V., Ockendon, N., Petrovan, S.O. & Smith, R.K. (eds) (2018). What works in Conservation. Open Book Publishers, Cambridge, United Kingdom.

Dubois, M., & Jong, de, W. (2013). Kunstnesten: niet natuurlijk wel succesvol! Vogeljaar 61 (4&5).

Dietz, C., Helversen, von, O., & Nill, D. (2011). Vleermuizen, Tirion Natuur.

Dietz, C., & Kiefer, A. (2016). Bats of Britain and Europe. Bloomsbury, London, UK. 

EcoQuickscan. (2019). Verslag temperatuurmonitoring definitieve mitigatie van gierzwaluwen bij het voormalig V&D gebouw te Utrecht. Rapport 16050. 

Graaff, van der, C. (2016). Laatvlieger. www.verspreidingsatlas.nl.

Grutters, M. (2017). De gierzwaluwen van Amersfoort zijn niet erg kieskeurig. Straatgras, 29(1), 20-22.

Guldemond, A., P. Leendertse, J. Lommen & R. Janssen, 2016. Vleermuizen en pesticiden. Analyse van de ingekorven vleermuis in Limburg. Rapport-918, CLM, Culemborg.

Gunnell, K., B. Murphy, & C. Williams (2013). Designing for biodiversity, A technical guide for new and existing buildings (second edition). RIBA Publishing, United Kingdom.

Gunnel, K. (2012). Landscape and urban design for bats and biodiversity. Bat conservation Trust, United Kingdom.

Haarsma, A.J. (2013). Help, er ligt een vleermuiswinterverblijf in mijn plangebied! Deel 1. Het begin van een succesverhaal. VLEN-nieuwsbrief 70, 16-17

Heerewaarden, van, W., & Zeegers, T. (2019). Handreiking Natuurdaken. Green Deal Groene Daken, Utrecht.

Heij, C.J., & Vos, J. (2016). De huismus. Atlas Contact, Amsterdam.

Hoksberg, M.G (2022) Mitigatie van verblijven van de laatvlieger Eptesicus serotinus in Nederland. VLEN-nieuwsbrief 82-2022.

Hoekstra, J., Lelie, van der, F. & Schröder, J. (2023). Temperatuur in inbouw-nestkasten voor gierzwaluwen. Limosa 96, 72-80. 

Hoekstra, J. &  Lelie, van der, F. (2021). Temperaturen in gierzwaluwneststenen. Geraadpleegd 2023, van https://gierzwaluw.website/neststeentemperatuur.pdf

Jong, de, G., & Wonders, K. (2018). Inventarisatie van gierzwaluwen in Amsterdam, Amstelveen en Diemen. Vijf jaar onderzoek aan de nestplaatsen (2013-2017). Gert de Jong Ecologisch Adviesbureau, Amsterdam.

Kleunen, van, A., Foppen, R. & Turnhout, van, C. (2016). Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels 2016 volgens Nederlandse en IUCN-criteria. Sovon.

Korsten, E. (2018). Laatvlieger. www.vleermuis.net.

Korsten, E. (2012). Vleermuiskasten, Toepassing, gebruik en succesfactoren. Bureau Waardenburg, Culemborg.

Korsten, E., Limpens, H., Bouman, H., & Reinhold, J. (2011). Vleermuisvriendelijk bouwen. Zoogdiervereniging & Tauw, Nijmegen.

Korsten, E., & Schillemans, M. (2020). Na-isolatie en vleermuizen: een tragedie in de spouw. Vleermuis.net:
https://www.vleermuis.net/meer-weten/nieuws-archief/746-na-isolatie-en-vleermuizen-een-tragedie-in-de-spouw; geraadpleegd op 7-11-2022.

Kraaijeveld, S. (2014). Een verkennend onderzoek naar de verblijfplaatsomstandigheden van de laatvlieger (Eptesicus serotinus). VLEN-nieuwsbrief 73, 13-17.

Limpens, H.J.G.A., Mostert, K. & Bongers, W. (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen; onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV-uitgeverij.

Limpens, H.J.G.A., & Jansen, E.A. (2005). Ideënlijst vleermuis- en vogelvoorzieningen ten behoeve van het WNF hoofdkantoor op landgoed Schoonoord. Vereniging Zoogdierkunde en zoogdierbescherming, Arnhem.

Limpens, H.J.G.A. (2012). Een ontwerp met vleermuizen: inclusief bouwen!? Zoogdiervereniging, Nijmegen.

Londo, G. (2010). Naar meer natuur in tuin, park en landschap. Zeist, Nederland.

Michell-Jones, A.J. (2004). Bat mitigation guidelines. English Nature, United Kingdom

Middelie, G.J. (2009). Verschillende systemen gevelbeplanting. Velp, Nederland.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (z.d.). Gierzwaluw (Apus apus ssp. apus). Minlnv. Geraadpleegd 2023, van https://minlnv.nederlandsesoorten.nl/content/gierzwaluw-apus-apus-ssp-apus

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (z.d.). Huiszwaluw (Delichon urbicum ssp. urbicum). Minlnv. Geraadpleegd 2023, van https://minlnv.nederlandsesoorten.nl/content/huiszwaluw-delichon-urbicum-ssp-urbicum

Mourmans, M. (2005). Nestplaatsen voor gierzwaluwen en oververhitting. Zwaluwen Adviesbureau. 

Oberndorfer, E. Lundholm, J., Bass, B., Coffman, R.R., Doshi, H., Dunnet, N., Gaffin, S., Köhler, M., Liu, K.K.Y., & Rowe, B. (2007). Green roofs as Urban Ecosystems: Ecological Structures, Functions and Services. BioScience, Volume 57, Issue 10, 2007, Pages 823 – 833.

Omgevingsdienst Noord Holland Noord. (2017). Wezel, Hermelijn en Bunzing beschermd in Noord – Holland. Omgevingsdienst Noord Holland Noord, Hoorn

Ottburg, F., Lammertsma, D., Bloem, J., Dimmers, W., Jansman, H., & Wegman, R. (2018). Tiny Forest Zaanstad. Wageningen Environmental Research, Wageningen.

Nienhuys, N. (2014). Hebben laatvliegers (Eptesicus serotinus) een voorkeur voor daken met RBB-pannen? VLEN-nieuwsbrief 72, 10 – 13

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (z.d.). Lijst jaarrond beschermde nesten. Geraadpleegd 2021, van  https://www.rvo.nl/sites/default/files/2021/04/Lijst-jaarrond-beschermde-vogelnesten.pdf

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis, Pipistrellus.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Gewone grootoorvleermuis, Plecotus auritus.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Gierzwaluw, Apus  https://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/01/Soortenstandaard%20Gierzaluw.pdf

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Huismus, Passer domesticus. https://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/01/Soortenstandaard%20Huismus.pdf

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Ruige dwergvleermuis, Pipistrellus nathussii. 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Soortenstandaard Steenuil, Athene noctua.  https://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/01/Soortenstandaard%20Steenuil.pdf

Schaub, T., Meffert, P. J., & Kerth, G. (2016). Nest-boxes for Common Swifts Apus as compensatory measures in the context of building renovation: efficacy and predictors of occupancy. Bird Conservation International, 26(2), 164-176.

Schillemans, M.J., Haarsma, A.J., Janssen, R., Jansen, E.A., Limpens, H.J.G.A. (2021). Advies agendabepaling monitoring en onderzoek aan vleermuizen in het kader van de energietransitie. Zoogdiervereniging, Nijmegen.

Simon, M., Hüttenbügel, S., Smit – Viergutz, J., & Boye, P. (2004). Ecology and Conservation of Bats in Villages and Towns. Bundesamt
für Naturschutz. Münster, Germany.

Spijkman, E. (2016). Gewone dwergvleermuis.

Spoelstra, K., van Grunsven, R.H.A., Ramakers, J.J.C., Ferguson, K.B., Raap, T., Donners, M., Veenendaal, E.M., & Visser, M.E. (2017). Response of bats to light with different spectra: light-shy and agile bat presence is affected by white and green, but not red light. The Royal Society 284: 201070075.

Spolek, G. (2008). Performance monitoring of three ecoroofs in Portland, Oregon. Urban Ecosystems, Volume 11, Issue 4, 2008.

Sovon (z.d.). Huismus. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/15910.

Sovon (z.d.). Gierzwaluw. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/7950.

Sovon (z.d.). Huiszwaluw. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/10010.

Sovon (z.d.). Spreeuw. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/15820.

Sovon (z.d.). Kerkuil. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/7350.

Sovon (z.d.). Steenuil. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/7570.

Sovon (z.d.). Zwarte roodstaart. Sovon. Geraadpleegd oktober 2023. https://stats.sovon.nl/stats/soort/11210.

Teunissen, W. (2019). Beheer van vogels in akkerland en kleinschalig cultuurland. Vakblad natuur bos Landschap. 22-25

Uchelen, van E. (2021). Bunzing, hermelijn en wezel. Kleine roofdieren. KNNV Uitgeverij, Zeist

Unitura. (2020). Handboek Permanente faunavoorzieningen en ontmoediging.

Vereniging voor natuur- en vogelbescherming Noordwijk (2005). De Strandloper; Gierzwaluw special. (37e jaargang, nummer 2, april 2005.

Verburg, G., 2020. Hoe effectief zijn nestkasten voor Gierzwaluwen en Huismussen? De Levende Natuur 121: 19-22.

Verkade, H., Jacobs, J., Marijnis, A., & Dijk, van, I. (2015). 20 jaar Gierzwaluwen inventariseren in Noordwijk. LIMOSA 88 (2015): 164-172.

Vincent, K. E. (2005). Investigating the causes of the decline of the urban house sparrow Passer domesticus population in Britain.

Visschedijk, F. (2018). The occupancy rate of six types of artificial roots for Passer domesticus in the Netherlands. Arcadis Nederland B.V. & Utrecht University, ‘s-Hertogenbosch.

Vogelbescherming. (z.d.). Huiszwaluw. Geraadpleegd 2018 van https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/huiszwaluw#Herkenning

Vogelbescherming. (z.d.). Spreeuw. Geraadpleegd augustus 2018 van https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/spreeuw

Vogelbescherming. (z.d.). Zwarte Roodstaart. Geraadpleegd 2018 van https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-roodstaart#Bescherming

Vogelaar, E., Grunsven, van, R., Bochhove, R., Spoelstra, K., & Mostert, K. (2017). Richtlijn Licht op Natuur. Gemeente Den Haag, Den Haag.

Voigt, C.C., Azam, C., Dekker, J., Fergunson, J., Fritze, M., Gazaryan, S., Hölker, F., Jones, G., Leader, N., Lewanzik, D., Limpens, H.J.G.A., Mathews, F., Rydell, J., Schofiel, H., Spoelstra, K., &  Zagmajster, M. (2018). Guidelines for consideration of bats in lighting projects. Eurobats, Bonn, Germany.

Waite, M. (2005). Bat roost creation opportunities in Greater London. London Biodiversity Partnership, London, United Kingdom.

Wortelboer, R. (2015). Gierzwaluwen nader bekeken: tien jaar waarnemingen met camera’s bij nesten. Limosa 88, 57-73.

Wortelboer, R. (2023). Rapportage inspectie mitigatiemaatregelen Woonkwartier 2022. Arcadis Nederland B.V. Arnhem.

Wortelboer, R. (2023). Rapportage inspectie mitigerende maatregelen Woonbedrijf Complex 366. Arcadis Nederland B.V., Arnhem

Wortelboer R. (2023). Rapportage inspectie mitigerende maatregelen Woonbedrijf Complex 388. Arcadis Nederland B.V., Arnhem

Wortelboer R. (2023). Rapportage inspectie mitigerende maatregelen Leystromen 2022. Arcadis Nederland B.V., Arnhem.

Zoogdiervereniging (z.d.). Steenmarter. Zoogdiervereniging. Geraadpleegd 1 december 2022 van https://www.zoogdiervereniging.nl/zoogdiersoorten/steenmarter

Zwan-Krijn, van der, M., & Kappers, E.F. (2023). Pilotstudie 2022 – Effecten van energetische verbetering van woningen op beschermde gebouwbewonende soorten. 21-266. Altenburg en Wymenga ecologisch onderzoek B.V., Feanwalden.

Zwerver, R. (2017). Succesvolle mitigatie bij een kolonie laatvliegers (Eptesicus serotinus). VLEN-nieuwsbrief 78, 21-22.

Geraadpleegde websites
www.checklistgroenbouwen.nl
www.gierzwaluwbescherming.nl
www.vogelbescherming.nl
www.sovon.nl
www.zoogdiervereniging.nl
www.minez.nederlandsesoorten.nl
www.verspreidingsatlas.nl
www.vleermuis.net
www.vleermuiskasten.nl
www.unitura.nl
www.conservationevidence.com
www.vivarapro.nl
www.groenindebouw.be
www.sedumworld.com

Logboek

Maatregelen

Deze pagina is op 27 november, 2023 om 16:38 voor het laatst gewijzigd.