Aanpassing loodslab rondom schoorsteen

V009A

Verblijfplaatsen kunnen worden gerealiseerd door openingen te creëren bij de loodslabben zodat vleermuizen er doorheen kunnen.

Algemeen

Beschrijving van de maatregel

Door het dakvlak en de toegang via loodslabben rondom schoorsteen of andere ventilatiekanalen te behouden of te herstellen kunnen verblijfplaatsen voor diverse vleermuissoorten behouden blijven.

Het behoud kan gedaan worden door het dakvlak van binnenuit te isoleren en het dakvlak en geschikte invliegopeningen in de kopgevel tot het dak te behouden. Hoewel de isolatie van binnenuit iets verandering brengt in het microklimaat is er hier geen sprake van grote verandering. De verblijfplaats blijft dus grotendeels met dezelfde omstandigheden behouden.

Herstel van het dakvlak kan toegepast worden als het dak van buiten geïsoleerd wordt. In zo’n geval kan het nieuwe dakvlak hersteld worden om te zorgen dat deze in de toekomst weer toegankelijk is voor vleermuizen. Bij dergelijke ingreep kan het microklimaat wel ernstiger veranderen. Dit kan ondervangen worden door voor vleermuizen ook toegang te maken naar andere gebouwdelen zoals spouwruimtes.

Door het gehele dakvlak te behouden, kunnen vleermuizen de meest geschikte plek wat betreft klimatologische omstandigheden kiezen. Het is hierbij wel van belang dat er aandacht wordt besteed aan de functionaliteit van het dakvlak. Behoud van het dakvlak ansicht garandeert geen behoud van functionaliteit. Om te zorgen voor extra variatie in microklimaat kan de maatregel gecombineerd worden met andere gebouwdelen zoals:
– Spouwmuur
– Zolderruimte
– Schoorsteen

Doelsoorten

Gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, laatvlieger, meervleermuis

Gebruiksadvies

Positief, toepassen (Voorkeursmaatregel).
Deze maatregel kan in strijd zijn met het Bouwbesluit. Als dit bezwaarlijk is kan gebruik worden gemaakt van een gierzwaluwpan, die in deze situatie als vleermuispan kan dienen. De gierzwaluwpan dient ongeschikt te worden gemaakt voor de gierzwaluw, zie Gierzwaluwpannen. Zorg ervoor dat er niet te veel ruimte achter de pan aanwezig is waar gierzwaluwen een nest kunnen maken. Gebruik de pan enkel als opening/tunnel naar de dakruimte.

Doelsoort en functionaliteit

Gewone dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf en paarverblijf ++
Bewezen in bestaande situatie
Kraamverblijf ++
Bewezen in bestaande situatie
Winterverblijf (mits vorstvrij) +
Bewezen in bestaande situatie

Ruige dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf en paarverblijf +
Bewezen in bestaande situatie
Winterverblijf (mits vorstvrij) +
Bewezen in bestaande situatie

Gewone grootoorvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijfplaats +
Bewezen in bestaande situatie
Kraamverblijfplaats +
Bewezen in bestaande situatie

Laatvlieger

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf (bij voorkeur i.c.m. spouw) ++
Bewezen in bestaande situatie
Kraamverblijf (alleen i.c.m. spouw) ++
Bewezen in bestaande situatie
Winterverblijf (alleen i.c.m. spouw) (mits vorstvrij) +
Bewezen in bestaande situatie

Meervleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf (alleen i.c.m. spouw) +
Bewezen in bestaande situatie
Zomerverblijf (alleen i.c.m. spouw) +
Bewezen in bestaande situatie

Fysieke richtlijnen

Maatvoering

Gehele dakvlak, indien niet mogelijk gelden de volgende minimum maten:
Gewone/Ruige dwergvleermuis:
– Zomer-/paar-/winterverblijf: minimaal 15 m2
– Kraamverblijf: 15-20 m2

Laatvlieger:
– Zomerverblijf: minimaal 25 m2
– Kraamverblijf: minimaal 250 m2
– Winterverblijf: minimaal 250 m2

Gewone grootoorvleermuis:
– Zomer-/paar-/winterverblijf: minimaal 15 m2
– Kraamverblijf: minimaal 15 m2

Meervleermuis:
– Zomer-/paar-/kraamverblijfplaats: minimaal 15 m3(let op kubieke meter)
– Bovenstaande maten kunnen ook gehaald worden door met meerdere lagen te werken of maatregelen te combineren (bijvoorbeeld toegang tot spouwmuur en/of zolderruimte)

Minimale diepte hangplek/gebruiksruimte:
– Gewone/ruige dwergvleermuis: 17-30 mm
– Gewone grootoorvleermuis: 17-30 mm
– Laatvlieger: 25-30 mm
– Meervleermuis: 25-35 mm

Toelichting

*1. Deze maatvoeringen zijn tot stand gekomen in een studie naar afmetingen van bestaande verblijfplaatsen. De afmetingen hebben een ruime foutmarge. Kleinere verblijfplaatsen hebben ook potentie, maar hiervoor is geen wetenschappelijke onderbouwing. *2. Door gebouwruimtes te combineren wordt meer variatie in microklimaat geboden zodat vleermuizen de meest optimale locatie kunnen kiezen bij wisselde weersomstandigheden. Hiermee kan oververhitting voorkomen worden.

Invliegopening

Loodslab 20 – 35 mm laten uitsteken als invliegopening; 50-100 mm breed. Als invliegopening kan ook gebruik worden gemaakt van de Gierzwaluwpan. Door deze onder het loodslab gedeeltelijk te verwerken is er wel een opening naar de dakruimte voor vleermuizen. De pan dient wel ongeschikt te worden gemaakt voor gierzwaluwen, zie gebruiksadvies voor meer details.

Toelichting

Gebruik gierzwaluwpan indien er bezwaren zijn vanuit het Bouwbesluit.

Locatie

De loodslab rond de onderzijde van de schoorsteen.

Hoogte

De maatregel moet op een hoogte hoger dan 3 m van maaiveld komen.

Toelichting

I.v.m. roofdieren (kat, steenmarter).

Verlichting

Geen directe verlichting op invliegopening.

Toelichting

Vleermuizen mijden verlichting.

Beplanting

Uitvliegroute vrij van obstakels als takken of bomen. Voldoende opgaand groen als foerageergebied en/of vliegroute in de omgeving van de verblijfplaats.

Toelichting

Een vleermuisvriendelijke omgeving kan de toegankelijkheid van verblijfplaatsen verbeteren.

Materiaal

De maatregel moet gemaakt worden van ruw, duurzaam materiaal. Daarnaast moet gebruik gemaakt worden van vleermuisvriendelijke dampopenfolies of dampopen folies afdekken met fijn kunststof gaas (2 mm maaswijdte).

Toelichting

In verband met grip (ruw, materiaal) en voorkomen van vasthaken (vleermuisvriendelijke folie of folie met gaas).

Optimalisatie

De maatregel kan geoptimaliseerd worden door verbinding te maken met achterliggende ruimtes.

Leveranciers

Geadviseerd product

DVF1 Unitura | Batsafe vleermuisvriendelijk dampopen folie
Unitura
GG2 Unitura | Gripgaas voor grip op dakplaten en folies
Unitura

Bronvermelding

Websites

Website: NABU (Naturschutzbund)/10/8/18 | Voorbeeld gebruik maatregel in Duitsland | Gebruikt als basisinfo en erkenning.

Artikelen en publicaties

Rapport: Limpens & Jansen, 2005 | Informatie over gierzwaluwpan ten behoeve van toegang tot vleermuisverblijf in dakruimte | Gebruikt als basisinfo

Artikel: Damant & Dickins, 2015 | Informatie over nadelige effecten dampopen folies en tegenmaatregel (kunststofgaas) | Gebruikt als basisinfo.

Artikel: Hoksberg, 2022 | Informatie over effectiviteit verblijfplaats in dakruimtes voor laatvlieger | Gebruikt als basisinformatie en voor functie indicatie.

Rapport en bijlagen: Schillemans et al., 2021 | Informatie over effectiviteit en maatvoering | Gebruikt als informatie voor maatvoering en functie indicatie.

Direct naar

Deze pagina is op 28 november, 2023 om 15:52 voor het laatst gewijzigd.

Voorbeeld foto's