Vleermuisverblijf achter gevelplaat

V008

Verblijfplaatsen kunnen worden gerealiseerd door het aanbrengen van een bij voorkeur meerlaagse gevelbetimmering of een plaat tegen de gevel zodat er ruimte ontstaat.

Algemeen

Beschrijving van de maatregel

Verblijfplaatsen kunnen worden gerealiseerd door het aanbrengen van een bij voorkeur meerlaagse gevelbetimmering of een plaat tegen de gevel zodat er ruimte ontstaat. Indien gevelbetimmering aanwezig is, zorgen dat er op dezelfde plaatsen gevelbetimmering teruggeplaatst wordt.

Doelsoorten

Gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, laatvlieger en baardvleermuis

Gebruiksadvies

Positief, toepassen (voorkeursmaatregel)

Doelsoort en functionaliteit

Gewone dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf en paarverblijf ++
Bewezen in bestaande situatie
Kraamverblijf +
Bewezen in bestaande situatie
Winterverblijfplaats (mits vorstvrij) +/- te bepalen door ecoloog
Bewezen in bestaande situatie

Gewone grootoorvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf en paarverblijf +
Anekdotisch bewezen
Kraamverblijf +/- Te bepalen door ecoloog
Anekdotisch bewezen

Laatvlieger

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf +
Bewezen in bestaande situatie
Kraamverblijf (i.c.m. spouw) +
Bewezen in bestaande situatie

Baardvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf +
Bewezen in bestaande situatie

Fysieke richtlijnen

Maatvoering

Bij voorkeur meerdere vierkante meters, minimum maten betreffen:
Gewone dwergvleermuis:
– Zomer-/paar-/winterverblijf: minimaal 0,35 m2
– Kraamverblijf: minimaal 15 m2

Laatvlieger:
– Zomerverblijf: minimaal 25 m2
– Kraamverblijf: minimaal 250 m2

Gewone grootoorvleermuis:
– Zomer-/paarverblijf: minimaal 0.22 m2
– Kraamverblijf: minimaal 15 m2

Baardvleermuis
– Zomerverblijf vanaf 0,22 m2

Bovenstaande minimum maten kunnen ook gehaald worden door met meerdere lagen te werken en/of verbindingen te maken met andere gebouwruimtes (bijvoorbeeld spouwruimte). Verbindingen met omliggende ruimte en tussen verschillende compartimenten door openingen van diameter 50 mm aan te brengen op willekeurige plekken.

Diepte tussen gevelbeplating en muur per soort:
– Gewone dwergvleermuis: 17-30 mm
– Baardvleermuis: 17-30 mm
– Gewone grootoorvleermuis: 17-30 mm
– Laatvlieger: 25-30 mm

Toelichting

*1. Deze maatvoeringen zijn tot stand gekomen in een studie naar afmetingen van bestaande verblijfplaatsen. De afmetingen hebben een ruime foutmarge. Kleinere verblijfplaatsen hebben ook potentie, maar hiervoor is geen wetenschappelijke onderbouwing. *2. Indien maatregel enkel voor kleine vleermuissoorten wordt toegepast is de diepte 17 – 30 mm diep. Voorkeur gaat altijd uit naar 25 – 30 mm zodat meerdere soorten kunnen profiteren.

Invliegopening

Meerdere invliegopeningen per gevel. In geval van huidige verblijfplaats invliegopeningen op zelfde locatie en gelijkend op bestaande invliegopeningen
Maten invliegopeningen:
– Gewone dwergvleermuis: 17-20 mm bij 50-100 mm
– Baardvleermuis: 17-20 mm bij 50-100 mm
– Gewone grootoorvleermuis: 17-20 mm bij 50-100 mm
– Laatvlieger: 20-30 mm bij 50-100 mm of onderzijde geheel open (zie voor diepte, diepte bij maatvoering)

Toelichting

Bij meerdere invliegopeningen wordt het verblijf sneller ontdekt Indien invliegopeningen gelijkend zijn aan huidige situatie, is de kans op in gebruik name groter.

Locatie

Centraal op de gevel, onder dakrand of uitstekende rand – In geval van meerdere voorzieningen zorg voor variatie in windrichting. In geval van één voorziening op zuid- en/of westkant. In geval van baardvleermuis dient aandacht te worden besteed aan een netwerk van verblijfplaatsen (minimaal 15)

Dakranden en uitstekende gebouwdelen vormen herkenningspunten voor vleermuizen I.v.m. warmteregulatie van vleermuizen.

Toelichting

Baardvleermuizen gebruiken een netwerk aan verblijfplaatsen. Voor een functioneel verblijf dient dit netwerk behouden te blijven.

Hoogte

De hoogte van de maatregel is meer dan 3 meter. Maar bij voorkeur zo hoog mogelijk.

Toelichting

I.v.m. roofdieren (kat, steenmarter).

Verlichting

Geen directe verlichting op invliegopening

Toelichting

Vleermuizen mijden verlichting.

Beplanting

De uitvliegroute dient vrij van obstakels als takken of bomen te zijn. En er moet voldoende opgaand groen als foerageergebied en/of vliegroute in de omgeving van de verblijfplaats zijn.

Toelichting

Een vleermuisvriendelijke omgeving kan de functionaliteit van verblijfplaatsen verbeteren.

Windrichting

Bij meerdere voorzieningen zorgen voor variatie in windrichting.
Minimaal 1 voorziening op zuid- en/of westzijde.

Toelichting

Variatie in microklimaat (bezonning).

Materiaal

Zowel de buitenmuur als de binnenzijde van de plaat of planken moeten ruw zijn (geen plastic). Ook moet de invliegopening van ruwe materialen zijn gemaakt.

Toelichting

Dit zorgt voor voldoende hang- en kruipmogelijkheden.

Optimalisering

Optimaliseren door het creëren van een opening naar de spouw of vrije dakruimte, het toevoegen van een vleermuiskast of het creëren van een warmtelek naar vleermuisverblijf. Gelaagde verblijfruimten aanbieden om de warmtebuffering te verbeteren wordt ook aangeraden.

Toelichting

Hier genoemde optimalisaties zorgen voor een grotere variatie aan microklimaat. Hiermee kan de afstand tot de buitentemperatuur vergroot worden en is er meer variatie. Zo kunnen vleermuizen binnen het verblijf met meest optimale plek zoeken bij veranderende (extreme) weersomstandigheden.

Leveranciers

Prefab producten

VMN1 Unitura | Prefab gevelbetimmering
Unitura

Maatwerk producten

Unitura | bedrijf gespecialiseerd in de productie van (prefab) maatwerk
Unitura
Miecon BV | bedrijf gespecialiseerd in de productie van maatwerkvoorzieningen
Miecon BV
Faunus Nature Creations | bedrijf gespecialiseerd in het ontwerp van maatwerkoplossingen
Faunus Nature Creations

Bronvermelding

Website

Website: NABU (Naturschutzbund)/10/8/18 | Voorbeeld gebruik maatregel in Duitsland | Gebruikt als basisinfo en erkenning.

Artikelen en publicaties

Ecology and Conservation of bats in villages and towns (boek) | Simon et al., 2004 | Informatie over gebruik van spouwruimtes als verblijfplaats door diverse soorten | Gebruikt als indicatie voor effectiviteit

Bats of Britain and Europe (boek): Dietz & Kiefer, 2016 | Informatie over gebruik van gevelplaat als verblijfplaats diverse soorten (o.a. laatvlieger) | Gebruikt als indicatie voor effectiviteit

Rapport en bijlagen (soortenfiches): Schillemans et al., 2021 | Informatie over maatvoering en functionaliteit | Gebruikt als functie indicatie en basisinfo

Kennisbijeenkomst na-isolatie en renovatie vleermuizen: RVO, 04/11/21 | Informatie over effecten en mogelijkheden van na-isolatie en renovatie voor vleermuizen | Gebruikt als basisinfo

Voorbeeld foto's