Tiny forest

O005

Het aanplanten van een mini bos.

Algemeen

Beschrijving van de maatregel

Aanplanting van een mini-bos in de bebouwde kom. Hierdoor neemt de oppervlakte opgaand groen toe en daarmee insectenrijkdom, dekking etc.

Doelsoorten

Huismus, spreeuw, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, laatvlieger, steenmarter, bunzing, hermelijn, bijen, dag- & nachtvlinders, overige insecten, egel en spitsmuizen

Gebruiksadvies

Positief, toepassen (voorkeursmaatregel)

Doelsoort en functionaliteit

Huismus

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie +/-
Onbekend

Spreeuw

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie +
Onbekend

Gewone dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie ++
Wetenschappelijk bewezen

Gewone grootoorvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie ++
Wetenschappelijk bewezen

Laatvlieger

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie ++
Wetenschappelijk bewezen

Steenmarter

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie +
Onbekend

Hermelijn

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie / verblijfplaats +
Onbekend

Bunzing

Functie Functionaliteit Status
Foerageerfunctie / verblijfplaats +
Onbekend

Fysieke richtlijnen

Locatie

Tuinen, parken, openbare ruimten, buitengebied.

Omvang

Mini-bos van 100 – 300 m².

Substraat

Bewerkte bodem mogelijk verrijkt met lokale supplementen als stro, compost en/of mest afhankelijk van start kwaliteit bodem.

Grondwerk

Bodembewerking.

Aanplant

Natuurlijke struiken en loofbomen zoals sleedoorn, meidoorn, vlier, zwarte els, zomereik, wilgen die dicht opeen aangeplant worden (3m²) om boomvorming tegen te gaan.

Optimalisatie

Overwogen kan worden door kruiden in te zaaien bij de start, echter zal het effect hiervan (voornamelijk op insecten) afnemen naar mate de bomen groter worden. Voor bunzing en hermelijn kunnen wegkruipmogelijkheden aangebracht worden zoals takkenrillen, houtstapels, steenhopen etc. Gebruik van (inheemse) fruit en notenbomen kan zorgen voor meer voedselaanbod van o.a. muizensoorten en daarmee meer voedselaanbod voor kleine marterachtigen. Denk hierbij o.a. aan de inheemse peer, inheemse appel, lijsterbes, gewone vlier, eik, kastanje, walnotenboom etc.

Toelichting/opmerking

Mantel-zoomstructuur: van kruiden tot bomen zorgen voor meer variatie. Voor verblijfplaatsen bunzing en hermelijn.

Bronvermelding

Website

SOVON: SOVON geraadpleegd 12 sept 2018 | Vogelinfo over foerageergedrag | Gebruikt voor bepaling functionaliteit.

Artikelen en publicaties

Rapport Tiny Forrest Zaandam: Ottburg et al., 2018 | Effect op biodiversiteit door Tiny Forrest | Gebruikt als basisinfo en status.

Vleermuizen van Europa en NW-Afrika: Dietz et al., 2011 | Info over foerageergedrag vleermuizen | Gebruikt voor bepaling functionaliteit.

Artikel: Boughey et al., 2011 | Informatie over effectiviteit toename bebost gebied op het foerageergebied en verblijfplaatsen van vleermuizen | Gebruikt voor bepaling functionaliteit en als basisinfo.

Artikel: Boughey et al., 2012 | Informatie over positief effect van kleinschalige landschapselementen op het leefgebied van vleermuizen | Gebruikt voor bepaling functionaliteit en als basisinfo.

Boek: van Uchelen, 2021 | Informatie over maatregel voor hermelijn en bunzing | Gebruikt voor bepaling functionaliteit en optimalisatiemogelijkheden (o.a. aanplant fruitbomen).

Direct naar

Deze pagina is op 9 november, 2023 om 16:59 voor het laatst gewijzigd.

Voorbeeld foto's