Nieuwe vleermuisvriendelijke schoorsteen

V006

Verblijfplaatsen kunnen worden gerealiseerd door het aanbrengen van een vleermuisvriendelijke schoorsteen.

Algemeen

Beschrijving van de maatregel

Vervang een bestaande schoorsteen door een nieuwe, vleermuisvriendelijke schoorsteen.

Doelsoorten

Gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis.

Gebruiksadvies

Positief, toepassen. I.v.m. brandgevaar kan het raadzaam zijn om een expert te raadplegen.

Doelsoort en functionaliteit

Gewone dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomer- en paarverblijfplaats +
Anekdotisch bewezen
Kraamverblijf +/- Te bepalen door ecoloog
Anekdotisch bewezen
Winterverblijf (mits vorstvrij) +/- Te bepalen door ecoloog
Anekdotisch bewezen

Ruige dwergvleermuis

Functie Functionaliteit Status
Zomerverblijf +
Anekdotisch bewezen
Winterverblijf +/- Te bepalen door ecoloog
Anekdotisch bewezen

Fysieke richtlijnen

Maatvoering

Minimum oppervlaktes:
Gewone dwergvleermuis/ruige dwergvleermuis:
– Zomer-/paarverblijf en winterverblijf: minimaal 0,35 m2
– Kraamverblijf: 2.5 m2

In schoorsteen dient het verblijf rondom gehele schoorsteen gerealiseerd te worden. Tevens kan oppervlakte ook gehaald worden door openingen naar dakvlak te creëren.
De minimale diepte van de verblijfplaatsen (hangplekken) zijn:
– Gewone dwergvleermuis/ruige dwergvleermuis: 17-30 mm

Oppervlakte kan ook bereikt worden door meerdere lagen aan te brengen. Interne migratie naar andere ruimtes moet mogelijk zijn vanuit oogpunt van variatie in microklimaat.

Toelichting

Let op brandveiligheid! Bij twijfel raadpleeg een brandveiligheidsexpert.

Invliegopening

Grootte invliegopeningen per soort:
Gewone dwergvleermuis/ruige dwergvleermuis: 17-20 mm bij 50-100 mm

In geval van bestaand verblijf: invliegopeningen gelijkend en op dezelfde locatie als bestaande invliegopeningen. Zorg voor duidelijke herkenningspunten bij invliegopeningen (bijvoorbeeld uitstekend randje). Vleermuizen gebruiken duidelijke herkenningspunten om invliegopeningen te lokaliseren.

Toelichting

Door invliegopeningen gelijkend op de huidige invliegopeningen te realiseren, is de kans op ontdekking van de nieuwe verblijfplaats groter.

Locatie

Bovenop en/of aan de zijkant van een gebouw.

Hoogte

De voorziening moet op een hoogte van minstens > 3 meter t.o.v. maaiveld worden geplaatst.

Toelichting

I.v.m. roofdieren (kat, steenmarter).

Verlichting

Geen directe verlichting op invliegopening.

Toelichting

Vleermuizen mijden verlichting.

Beplanting

Uitvliegroute vrij van obstakels als takken of bomen. Voldoende opgaand groen als foerageergebied en/of vliegroute in de omgeving van de verblijfplaats.

Toelichting

Toegankelijkheid van het verblijf.

Windrichting

Bij meerdere voorziening zorgen voor variatie in windrichting.

Toelichting

Dit zorgt voor variatie in microklimaat.

Materiaal

De maatregel moet gemaakt worden van ruw, duurzaam materiaal. Geen kunststof materialen, deze  zijn niet ademend en kunnen zorgen voor verstikking van vleermuizen in het verblijf

Toelichting

Voldoende hang- en kruipmogelijkheden.

Optimalisatie

De maatregel kan geoptimaliseerd worden door het creeëren van een opening naar de spouw of vrije dakruimte. Ook kunnen er meerdere inbouwmodules in de schoorsteen geplaatst worden.

Toelichting

Dit zorgt voor een grote variatie aan het microklimaat.

Leveranciers

Overzicht producten

MS 1 Unitura | Prefab lichtgewicht schoorsteen met faunavoorzieningen
Unitura

Bronvermelding

Artikelen en publicaties

Rapport en bijlagen (soortenfiches): Schillemans et al., 2021 |  Informatie over maatvoering en functionaliteit | Gebruikt als functie indicatie en basisinfo

Direct naar

Deze pagina is op 28 november, 2023 om 15:51 voor het laatst gewijzigd.

Voorbeeld foto's