Gierzwaluwpannen

GZ004

Gierzwaluwdakpannen zijn een achterhaalde maatregel die niet aantoonbaar functioneert voor het succesvol broeden van gierzwaluwen. 

Algemeen

Beschrijving van de maatregel

Installatie van speciale dakpannen

Doelsoorten

Gierzwaluw en huismus

Gebruiksadvies

Vanwege oververhitting van nesten onder dakpannen wordt het gebruik van gierzwaluwdakpannen sterk afgeraden.  

Dakpannen waar de zon op staat geven de warmte door naar het onderliggende dak (ze fungeren dan als infrarood-stralers). Broedende vogels raken bij deze temperaturen oververhit: ze gaan eerst ‘hijgen’ om via verdamping warmte kwijt te raken, waarna ze van het nest afgaan en bij de invliegopening gaan zitten of de nestruimte verlaten. Eieren en jonge jongen (die nog blind zijn en niet uit het nest kunnen kruipen) staan dan bloot aan de infrarood-straling van de dakpannen en gaan dood. Oudere jongen kruipen uit het nest naar de invliegopening en vallen regelmatig naar buiten. Het legsel is dan mislukt, er vliegen geen jongen uit.  

Omdat de meeste daken een hellingshoek hebben van 45° of minder, speelt dit bij alle daken op alle windrichtingen: in de periode april t/m augustus staat de zon in Nederland meer dan 45° boven de horizon (tot 61,5° in juni) en schijnt dan dus ook op daken die op het noorden gelegen zijn. Hoe steiler het dak aan de noordzijde, hoe kleiner de hoek tussen zonnestraling en dakvlak en hoe minder de zonnestraling een opwarmend effect heeft. 

Doelsoort en functionaliteit

Gierzwaluw

Functie Functionaliteit Status
Nestlocatie Niet functioneel
Wetenschappelijk aangetoond

Fysieke richtlijnen

Weer en klimaat

Het opwarmend effect onder dakpannen is niet elke zomer gelijk, want het houdt direct verband met de hoeveelheid zonnestraling. In koude, sombere zomers kunnen prima jongen grootgebracht worden onder daken. Maar met enkele zonnige en warme dagen kan het al afgelopen zijn met het legsel onder een dak. Bij een hogere buitentemperatuur wordt de temperatuur onder dakpannen ook sneller hoger. Omdat we in Nederland de laatste jaren méér zonnige perioden en hogere temperaturen ervaren in de broedperiode van de gierzwaluwen, en er geen uitzicht is op een verandering van deze trend, komt oververhitting onder daken, en het mislukken van de legsels aldaar, steeds vaker voor. 

Waarom broeden er dan nog steeds gierzwaluwen onder daken?

Gierzwaluwen zijn gewoontedieren. Ze broeden elk jaar op dezelfde plek. Tegelijkertijd worden de plekken van andere broedparen vastgelegd in het geheugen van de kolonie doordat oudervogels met jonge, niet-broedende vogels langs bekende nestplekken vliegen (de zogenoemde giervluchten, waarbij veel geschreeuwd wordt). Vallen er plekken open, doordat een van beide broedvogels niet of te laat terugkeert uit Afrika, dan wordt de opengevallen plek opgevuld door andere gierzwaluwen. Zo krijgen jonge, 2-3 jaar oude vogels een kans om te gaan broeden op een bestaande en bekende nestplek. Met camera-waarnemingen is gebleken dat als een nest onder de dakpannen mislukt, de vogels het nog enkele jaren proberen en dan een andere plek zoeken. Ook deze nestplekken zitten in het geheugen van de kolonie als bekende en geschikte (want bezette) nestplek. Dergelijke open plekken worden dus snel opgevuld, waarna het nieuwe broedpaar het weer enkele jaren kan proberen. Op deze wijze kunnen plekken in de kolonie bezet blijven, ondanks dat de nestplekken niet of minder geschikt zijn (en er jaarlijks of alleen in warme zomers eieren of jongen doodgaan). 

Bij de mitigatie willen we nestplekken aanbieden die elk jaar geschikt zijn voor gierzwaluwen om jongen groot te brengen. Nestplekken onder daken zijn dat niet. Het maakt niet uit of daarbij het dak wel of niet geïsoleerd is. 

Nuancering: Dakconstructies verschillen waardoor bij het ene dak er veel meer tocht onder het dak kan optreden. Ventilatiepannen kunnen de tocht onder het dak versterken. Dit beïnvloedt de temperatuurstijging onder de dakpannen. Met zonnepanelen wordt directe opwarming van de dakpannen (op een deel van het dak) tegengegaan. Er zijn echter geen metingen bekend of onder deze omstandigheden (met meer ventilatie of met zonnepanelen) de temperatuur onder dakpannen laag genoeg blijft voor gierzwaluwen om succesvol te kunnen broeden. 

Op een steil dak (50-60°) van bijvoorbeeld een oud kerkgebouw gericht op het noorden (NNW tot NNO) kunnen zouden dakpannen overwogen kunnen worden. Aandachtspunten bij geschikte dakpannen zijn: 

  • De invliegopening van de dakpannen moet groot genoeg zijn; 
  • De afstand van het dakbeschot tot de opening van de dakpan mag maximaal 5 cm zijn (de invliegopening moet in het ‘dal’ van de pan zitten, anders kan de gierzwaluw er niet meer uitkruipen); 
  • De oppervlakte van de dakpan vóór de invliegopening moet glad zijn, zodat gierzwaluwen gemakkelijk met flinke snelheid de invliegopening in kunnen vliegen; 
  • De invliegopening moet direct op het vlak van de dakpan beginnen (er mag geen ‘drempel’ aanwezig zijn), anders kunnen de gierzwaluwen de opening niet invliegen, of zijn ze extra tijd kwijt met het binnengaan van de dakpan waardoor ze kwetsbaarder worden voor predatie en door spreeuwen (hun concurrenten) gegrepen kunnen worden; 

Omdat er geen dakpannen op de markt zijn die aan bovenstaande eisen voldoen, is de maatregel niet succesvol uit te voeren. Het zelf maken van gierzwaluwdakpannen, door het monteren van een huifje op een dakpan waar een gat in is gemaakt (zie eerdere versies van de mitigatiecatalogus) is riskant, doordat de dakpan en het huifje van verschillende materialen gemaakt zijn (en verschillend uitzetten en krimpen bij verandering van temperatuur) waardoor de huifjes na enkele jaren losraken. 

Conclusie: gebruik geen dakpannen

Om bovenstaande redenen wijst Gierzwaluwbescherming Nederland het gebruik van dakpannen als nestplek voor gierzwaluwen ten sterkste af. Het is geen bewezen effectieve maatregel (eerder andersom: het is een bewezen niet-effectieve maatregel). 

Leveranciers

Overzicht leveranciers

Gierzwaluwdakpan | Monier
Monier

Bronvermelding

Websites

BIJ12, 2023. Kennisdocument Gierzwaluw. 

GBN, 2023. Website Gierzwaluwbescherming Nederland. Gierzwaluwbescherming.nl 

Artikelen en publicaties

Artikel: Gierzwaluwen nader bekeken | Wortelboer, 2015 | Informatie over broedsucces in oorspronkelijke nestplekken en kunstmatige nestplekken zoals nestkasten | Gebruikt als indicatie voor functionaliteit.

Document Huifje.pdf: Gierzwaluwbescherming Nederland/ Geraadpleegd 14-09-2018 | Maatvoeringen geschikt maken dakpannen voor gierzwaluwen | Gebruikt voor maatvoering.

Rapport: Mol & Koopmans, 2019 | Onderzoek naar temperatuurverschillen bij deze en andere maatregelen in geïsoleerde en ongeïsoleerde daken. Geen significant verschil gevonden tussen twee typen daken | Gebruikt als basis info en effectiviteit.

Artikel: Hoekstra, van der Lelie & Schröder, 2023 | Temperatuur in inbouw-nestkasten voor gierzwaluwen. Limosa 96, 72-80 | Gebruikt als indicatie voor temperatuur in nestkast. 

Artikel: Hoekstra & van der Lelie, 2021 | Temperaturen in gierzwaluw-neststenen | Gebruikt als indicatie voor temperatuur in nestkast.

Rapport: Van der Zwan-Krijn & Kappers, 2023 | Pilotstudie 2022 – Effecten van energetische verbetering van woningen op beschermde gebouw bewonende soorten Informatie over dagtemperaturen op nestplekken van huismus | Gebruikt als indicatie voor temperatuur in nestkast.

Direct naar

Deze pagina is op 15 november, 2023 om 11:56 voor het laatst gewijzigd.

Voorbeeld foto's