Steenuil

Athene noctua

De steenuil is de kleinste uil in ons land. Steenuilen zijn sterk verbonden aan het kleinschalige agrarische cultuurlandschap en zijn uitgesproken standvogels (BIJ12, 2017).

Kwetsbare perioden

De steenuil kent de volgende kwetsbare perioden:

  • Nest als voortplantingsplaats, meest kwetsbare periode: februari t/m juli.
  • Nest als verblijfplaats, kwetsbare periode: jaarrond

De soort is een holenbroeder en maakt gebruik van schuurtjes, holle bomen en nestkasten. De soort is bijzonder plaatstrouw, ze verblijven het hele jaar in hun territorium (Sovon, z.d.). De vogels hebben relatief kleine territoria. Het activiteitengebied rond de nestplaats is slechts enkele honderden meters. In het broedseizoen vliegen ze vaak nog minder ver weg van de nestplaats (BIJ12, 2017).

Beschermingsstatus

De steenuil is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming. De soort is opgenomen in Bijlage II van de Vogelrichtlijn. De steenuil staat vermeld op de lijst met vogelsoorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. Op deze lijst vallen de nesten van steenuilen in de meeste provincies onder categorie 1: ‘jaarrond gebruikte nesten (steenuil)’. De steenuil staat als kwetsbaar vermeld op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels (BIJ12, 2017).

Habitat, leefplaats- en omgevingseisen

Het ideale leefgebied van de steenuil biedt het hele jaar voldoende voedsel, heeft een geschikte nestplek en voldoende veiligheid. Kenmerkend voor steenuil leefgebied zijn:

  • Een open tot halfopen landschap met een afwisselend korte en verruigde vegetatie.
  • Erven met bebouwing, beplanting, tuinen, moestuinen en weilandjes met (hobby)vee.
  • Voldoende nestplaatsen in boomholten, nestkasten of nauwe ruimten in gebouwen, bijvoorbeeld tussen de dakbedekking en het beschot.
  • Een gevarieerd aanbod van prooien, zoals muizen, regenwormen en insecten.
  • Voldoende zit- en uitkijkposten om te foerageren en om te rusten.
  • Geen verstoring en versnippering door grote wegen.
  • Geen gebruik van insecticiden of andere pesticiden in het territorium of in de directe omgeving (BIJ12, 2017).

Voortplantingsgebied

De meeste nesten van steenuilen zijn te vinden op erven van (voormalige) boerderijen. De nesten zitten daar onder het dak, in schuurtjes of in een steenuilkast. Daarnaast zijn ze soms ook te vinden in knotbomen en oude hoogstamfruitbomen. De nestplaatsen kunnen krappe holten in een boom zijn, ruime plekken in een gebouw en alles daartussen. De voortplantingsplaats wordt gebruikt van februari tot juli, als de jongen uitvliegen. Buiten deze periode is de voortplantingsplaats vaak ook als rust- en verblijfplaats in gebruik. De steenuil is trouw aan zijn nestplek, maar wisselt soms ook wel van nestplaats binnen een territorium. Deze nestplaatsen bevinden zich vaak op hetzelfde erf. Als nestgelegenheid de beperkende factor is of geworden is, kunnen steenuilen nieuw aanbod, zoals steenuilkasten, gaan gebruiken (BIJ12, 2017).

Rust en verblijfplaatsen

Steenuilen gebruiken hun nestplek ook buiten de voortplantingsperiode, daarnaast hebben ze ook andere plekken op het erf die ze regelmatig gebruiken. Deze andere plekken worden ook gebruikt om parasietinfecties tegen te gaan. Het mannetje gebruikt een verblijfplek in de directe omgeving van het nest als het vrouwtje aan het broeden is. Overdag verblijven de uilen tijdens rustperioden vaak op vaste rustplekken. Dit doen ze in de dekking van beplanting of gebouwen of in de nestholte. Al deze plekken worden niet gerekend tot de vaste rust- en verblijfplaatsen, maar zijn wel onderdelen van de functionele leefomgeving die bij de voortplantingsplaats hoort. De functionele leefomgeving, van een voortplantingsplaats en van een vaste rust- of verblijfplaats, is de omgeving van die plaatsen die nodig is om ze als zodanig te laten functioneren. Een voortplantingsplaats (nest) kan alleen als zodanig succesvol functioneren als er voldoende habitat van voldoende kwaliteit aanwezig om te kunnen voortplanten. De grootte van het gebied dat tot de functionele leefomgeving hoort is, afhankelijk van de plaats van het voedselaanbod en de hoeveelheid voedsel (BIJ12, 2017).

Kwetsbare perioden

De steenuil kent de volgende kwetsbare perioden:

  • Nest als voortplantingsplaats, meest kwetsbare periode: februari t/m juli.
  • Nest als verblijfplaats, kwetsbare periode: jaarrond (BIJ12, 2017).

Andere gebruikte bronnen

Sovon (z.d.)